Gemaakt in Indonesië geboren in Laren. Indisch eten is altijd aanwezig geweest in ons gezin. Soto Ajam, Deng Deng Ragi, vuilniszakken vol gebakken kroepoek, Nasi Tim, het was voor mij bekendere kost dan boerenkool, spruitjes met sudderlappen.
Het was waarschijnlijk meneer Tielman, die mijn liefde voor Indisch koken heeft gewekt. Op donderdag fietsten wij extra hard naar huis want dan kwam meneer Tielman langs. Hij had een station wagen waarvan de banken waren neergeklapt. Die vol stond met ouderwetse grijs gewolkte emaillen pannetjes met Sayur Lodeh, Rendang, Sambals en de meest fantastische Lemper. De auto geurde naar een mengeling van petehbonen, trassi en pandan.
Mijn oma Olly uit Den Haag heeft mij de kneepjes van het vak geleerd. Tijdens logeer partijen maakten wij samen kilo’s sambal oelek in de oelekan.
Haar recept voor cake: dua ratus, dua ratus, dua ratus, ofwel 200, 200, 200 , 200 gram meel 200 gram boter, 200 gram suiker.
In 2010 vroeg Bart me te helpen bij het maken van zijn kookboekje. Bij het uitzoeken van oude familiefoto’s ontdekte ik in een album van zijn ouders, een foto in Semarang 1926, die ook ik mijn album stond. ‘Kleine Willem en Oma Dieckman’, was het onderschrift: mijn oom en overgrootmoeder. Wat een bizar idee dat onze families dus al in de vorige eeuw met elkaar verbonden waren. Dat onze oma’s samen in de keuken hebben gestaan!
Het kon dus niet uitblijven of wij moesten hier samen en vervolg aan geven. Dat is er nu!
In de vorm van heerlijke versgemaakte boemboe’s. Onze oma’s mogen trots op ons zijn!
Sampai Jumpa!
Jojo